Trapani zoutsteen



Inleiding

De steen

Ik kocht de steen in Spaans Catalonië, in het vervallen mijnstadje Cardona. Het was een roze trapezoëder met langwerpige, gekromde geulen die er door regendruppels in waren geëtst. Hij zag er vreemd doorschijnend uit en leek een kruising tussen roze kwarts en zeepsteen. De overeenkomst met zeepsteen was dat hij in water oploste en dat de randen rondgesleten waren als van een stuk zeep.

Ik betaalde er te veel voor – bijna vijftien dollar. Maar het was dan ook, ondanks een roze blosje magnesium, vrijwel zuiver zout, een brokstuk van de beroemde zoutberg van Cardona. De verschillende families die in het kasteel bovenop de berg ernaast woonden, hadden eeuwenlang rijkdom vergaard met die steen.

Ik nam hem mee naar huis en zette hem op de vensterbank. Op een dag regende hij nat en verschenen er witte zoutkristallen op het roze. Mijn steen begon eruit te zien als zout en dat verstoorde het mystieke uiterlijk. Dus spoelde ik de zoutkristallen er met water vanaf. Vervolgens depte ik de steen een kwartier lang zorgvuldig droog. De volgende dag stond hij in een plasje pekel dat uit de steen was gesijpeld. De zon scheen op het plasje helder water. Na een paar uur verschenen er vierkante witte kristallen in het plasje. De verdamping door de zon veranderde de pekel in zoutkristallen.

Een tijdlang leek het of ik een toversteen had die eeuwig doorging met pekelplasjes te vormen. Zo te zien werd de steen niet kleiner. Soms, als het droog weer was, leek hij volledig uitgedroogd, maar dan vormde er zich op een vochtige dag toch weer een plasje onder. Ik bedacht dat ik de steen kon uitdrogen door hem onder de grill te leggen. Binnen een halfuur dropen er stalactieten van het grillrooster. Ik legde de steen op een stalen radiatormantel, maar de pekel dreigde het metaal aan te tasten. Ik legde hem op een koperen schaaltje. Er vormde zich een groene korst op de bodem en toen ik die wegpoetste zag ik dat het koper gepolijst was.

Mijn steen had zijn eigen regels. Aan vrienden die langskwamen vertelde ik dat de steen van zout was en dan likten ze er voorzichtig aan om te proeven of hij naar zout smaakte.

Mensen die denken dat een fascinatie voor zout een bizarre obsessie is hebben gewoon nooit zo’n steen gehad.

 

[...]

 

Fotogalerij.

 

Zout en culinaire faits divers.



Uit: Mark Kurlansky, Zout, Anthos 2002.
Vertaling: Jos den Bekker.

 

U kunt dit boek bestellen bij De Nederlandse Internet Boekhandel.


Valid HTML 4.01! Valid CSS!