Waardeloos

Praktische zaken interesseren ons niet zo erg. De dingen moeten nutteloos zijn, louter symbolisch, om onze begeerte te kunnen wekken. Niemand geeft wat om een postzegel die je op een brief kunt plakken, maar een ongeldige postzegel, dat is wat, die koesteren we warm in een album. En een borst die een baby voedt, vinden we ook niet zo opwindend, maar eentje die er nutteloos, alleen voor de sier bijhangt, daar is al heel wat beroering over gemaakt.

Voorwaarde voor het nutteloze dat de deur openzet voor het puur esthetische is dat het voorwerp zoveel mogelijk is ontdaan van zijn praktisch nut. In Spaans Baskenland staan verscheidene met veel zorg gerestaureerde spoorwegstationnetjes waarvan de rails tien meter voorbij het perron ophouden. Zo zijn ze rijp voor vertederde nostalgie en geschikt als decor voor bruidsfoto's. Maar nóg beter ware het als er in de hele wereld helemaal geen spoorwegen meer hadden bestaan, als alle rails van de aardbodem waren gesloopt. De Amerikaanse miljonair die destijds London Bridge kocht, heeft er dan ook goed aan gedaan hem steen voor steen af te breken en opnieuw op te bouwen in een woestijn, waar per definitie geen rivieren zijn. London Bridge is falling down, falling down, falling down, zong mijn oom vroeger altijd. But nobody will get his feet wet anymore.

Hetzelfde mechanisme zie je bij prestige-objecten: voorwaarde is dat het essentiële, datgene waarvoor het object eigenlijk dient, ontbreekt, terwijl alle parafernalia aanwezig zijn. Grote, luxe Amerikaanse slees in Arabische oliestaten, compleet met een navigatiesysteem, terwijl er nauwelijks wegen zijn. Jeeps en landrovers met vierwielaandrijving in Amsterdam-Zuid. Filosofen die niets verklaren, maar tegen wie huizenhoog wordt opgekeken. U kent het wel.

Time-Life is een succesvolle Amerikaanse multinational, een groot uitgeversconcern met een miljardenomzet dat over de hele wereld opereert. Zo'n bedrijf kán natuurlijk niet zonder een vestiging in Nederland. Maar wat doet het eigenlijk hier? Boeken uitgeven, zou je denken. Maar ziet u ze ooit in de boekwinkel? Volgens cijfers van de Kamer van Koophandel heeft het bedrijf in Nederland ook nooit winst gemaakt. En toch gonst het in het Time-Life-gebouw aan de Otto Heldringstraat van de activiteit en de computers. Het is een heus Amerikaans kantoor waar je om de donder niet zomaar binnenkomt: zonder een badge met je naam erop passeer je de receptie niet. En eenmaal binnen verwacht je ieder moment een freeze! brullende geüniformeerde bewaker tevoorschijn te zien springen. Het pand is terrorist proof, daar vinden kennelijk uiterst belangwekkende dingen plaats. Maar op de eerste verdieping is in een hoekje van een groot druk werkvertrek een klein houten hokje weggestopt, zo'n vertrekje dat er later is bijgetimmerd voor een medewerker op wie niet was gerekend. In het kale kamertje zit één man achter een zielig bureautje. Degene die de enveloppen dichtlikt, of de interne post bezorgt, denk je onwillekeurig. Maar nee, het is de voltallige redactie, het onderdeel van het bedrijf dat moet zorgen voor het essentiële bestanddeel van het produkt dat aan de man wordt gebracht, datgene wat een boek tot een boek maakt: de tekst.



Copyright © 1988 Jos den Bekker.

Dit stuk verscheen in Propria Cures van 3 september 1988.