Pizarro

De eigenschappen die we hebben zijn allemaal ergens goed voor, zeggen de biologen. Wat is het nut van verliefd worden? Dat we op die manier intuïtief de beste partner uitkiezen die ons de geschiktste nakomelingen geeft. De mens denkt het echter vaak beter te weten dan de natuur, en vooral in het verleden heeft men gemeend dat een huwelijkspartner beter uitgezocht kon worden door oudere en wijzere bemoeials dan door de hitsige betrokkenen zelf. Werkte dat? Sommigen zeggen van wel – we hebben er de neus van Cleopatra aan te danken – maar anderen wijzen op de vele bastaardkinderen van vorstelijke personen – dus de vruchten van verbintenissen die, mag je aannemen, wel stoelden op wederzijdse aantrekkingskracht – die het heel wat beter deden. Ik doel hier niet zozeer op de buitenechtelijke zoon van Prins Hendrik, als wel op mensen als Willem de Veroveraar (wie kent de naam van zijn halfbroer, de wettige zoon van zijn koninklijke vader?), of de twee beroemde bastaardkinderen van Karel V, Margaretha van Parma en Don Juan de Austria, welke laatste door velen als heel wat bekwamer werd beschouwd om Spanje te regeren dan zijn zelotige halfbroer Filips II.

Waarom denk ik hieraan op de lange trappen van de Plaza Mayor in Trujillo? Omdat links van me hoog op zijn sokkel het theatrale ruiterstandbeeld van de Inka-veroveraar Francisco Pizarro staat. Pizarro was ook een bastaardzoon. En hij was de enige niet: zijn vader, Gonzalo, een kolonel die zich had onderscheiden bij de verovering van Granada en die een onweerstaanbare aantrekkingskracht uitoefende op dienstmeisjes, had er wel zeven, allemaal net zo fel als hij. En één wettige zoon, Hernando, telg van zijn verstandshuwelijk en een geslepen boekhoudertje dat niet veel meer deed dan angstvallig op zijn titel zitten. Francisco vertrok als avonturier naar Amerika. Later keerde hij terug om officieel toestemming te vragen voor de verovering van het Inka-rijk. Die kreeg hij: hij werd door de koning alvast tot stadhouder van het Inkagebied benoemd. Toen wilde Hernando, die buit en eer rook, ook wel mee. Misschien had hij gehoopt dat zijn vechtlustige halfbroer in de strijd zou sneuvelen en hij met de eer en de titel kon gaan strijken. Maar Francisco sneuvelde niet, hij rolde daarentegen met verbazend weinig manschappen in verbazend korte tijd heel het machtige Inka-rijk op en werd overladen met goud en eer. Van Karel V kreeg hij de erfelijke titel Marqués de la Conquista – ‘Markies van de Verovering’. Hij trouwde met de Inka-prinses Inés Yupanqui. Ze kregen een dochtertje: Francisca.

Hernando was nu gedoemd in de schaduw van zijn veel hoger geklommen halfbroer te blijven. Maar het geslepen boekhoudertje had geduld. Hij wachtte tot zijn nichtje Francisca oud genoeg was geworden en verleidde haar. Ze trouwden. Zo zorgde hij ervoor dat de rijkdommen, de eer en de titel die met de naam Pizarro verbonden waren, weer terugkeerden waar ze volgens hem hoorden: bij de rechtmatige tak van de familie. Noblesse oblige zal hij gedacht hebben. Francisco probeerde het nog tegen te houden, maar hij was oud en na zijn dood maakte zijn kleinzoon met succes aanspraak op de titel Marqués de la Conquista en op het bezit van zijn grootvader. Hij keerde terug naar het familiepaleis aan de Plaza Mayor in Trujillo en liet er een gigantisch barok hoekbalkon aanbouwen met links en rechts de stenen bustes van zijn ouders en grootouders. Daarna is van de familie Pizarro geen enkel wapenfeit meer bekend.



Copyright © 1992 Jos den Bekker.