Der Wegweiser

De verlegenen van deze wereld, die niemand durven aanspreken – en waarom toch? Habe ja doch nichts begangen, daß ich Menschen sollte scheun? – die verlegenen hebben niettemin hun dromen.
Het is al weer jaren geleden dat ik verslingerd was aan Christopher Isherwood. Met Mr Norris stapte ik op de trein en zwaaide Goodbey naar Berlijn. In zijn autobiografie Christopher and his Kind las ik dat hij in 1935 samen met zijn vriendje Heinz in Amsterdam logeerde, Emmastraat 24, een pension of hotel met een Duitse eigenares. Hij voelde zich er thuis: Amsterdam was a place of comfort for a worrier. Ja, dat sprak mij wel aan.
Op een zondagmiddag liep ik er eens langs. Emmastraat 24 heette inmiddels Casa Cara, maar was nog steeds een hotel. Ik wist onmiddellijk wat me te doen stond: Ik zou foto’s nemen van het hotel, van binnen en van buiten, van de straat, van het uitzicht door de bovenramen. Misschien leefde die oude Duitse landlady nog, misschien dreven haar kinderen nu het hotel. Ik zou haar interviewen en van iedereen foto’s nemen en luisteren naar de verhalen hoe het hun vergaan was. En dat alles zou ik opschrijven in een lange brief en die, samen met de foto’s, naar Isherwood sturen. Hij woonde destijds in Californië, waar hij een beetje last had van de goeroeziekte, maar dat gaf niets. Wat zou hij opkijken van dat stukje verleden dat hem door een volslagen vreemde werd toegestuurd! Een vriendschap voor het leven kon het resultaat zijn!
Maar alleen de foto’s van de buitenkant van het hotel kwamen er – geen bezoek, geen interviews, geen brief. Ik was er te bleu voor. Of te lui. Of allebei.
En plotseling, op een zaterdag, las ik dat hij in Amsterdam was en die middag in boekhandel Atheneum zijn laatste boek signeerde. Haastig klom ik op de fiets en spurtte er naartoe. Ik kwam nog net op tijd om hem weg te zien lopen, zomaar over de rode klinkers van het Spui richting Nieuwe-Zijds Voorburgwal. De intense blik waarmee ik hem nakeek moet voelbaar zijn geweest, want hij draaide zich geschrokken om, keek me verbijsterd en gegeneerd aan en liep toen snel door.
Isn’t it wonderful to see him walk there, just like that? vroeg een Engelse jongen die mij kennelijk had zien staren. Ik keek hem aan en we herkenden elkaars gelijkgestemde zielen. Maar nee, ik antwoordde niet, ik werd rood, hakkelde wat en stapte haastig op de fiets.
En Isherwood? Niet lang daarna overleed hij.
Welch een törichtes Verlangen!