Darmen
Een verhaal van Sint Zonderdarm
Haal zo veel adem als je kunt.
Dit verhaal moet ongeveer zo lang duren als je je adem kunt inhouden, en dan
nog een beetje langer. Luister daarom zo vlug als je kunt.
Een vriend van me hoorde op z’n dertiende over ‘keggen’.
Dat is dat een gozer in z’n kont geneukt wordt met een dildo. Als je de prostaat maar
hard genoeg stimuleert, zeggen ze, kun je met losse handen knetterend klaarkomen. Op die
leeftijd was dat vriendje van me al een seksmaniakje. Hij was altijd betere manieren aan het
uitvogelen om aan z’n gerief te komen. Hij koopt een wortel en wat vaseline. Om een
beetje eigen onderzoek te doen. Dan bedenkt ie hoe dat er in de supermarkt moet uitzien, als
z’n eenzame wortel met een potje vaseline op de lopende band naar de kassière
rolt. Alle klanten in de rij voor de kassa die toekijken. Iedereen die ziet wat voor feestje
ie voor zichzelf gepland heeft.
Dus die vriend van me, die koopt melk en eieren en suiker en een wortel,
allemaal ingrediënten voor een worteltaart. En vaseline.
Net of ie thuis een worteltaart in z'n reet gaat douwen.
Thuis snijdt ie een stomp einde aan die wortel. Hij smeert ’m in met
vet en draait z’n reet eroverheen. Dan – niks. Geen orgasme. Er gebeurt niks,
behalve dat het zeer doet.
Dan roept die gozer z’n moeder dat het etenstijd is. Ze zegt dat ie
naar beneden moet komen, nu gelijk.
Hij werkt die wortel naar buiten en stopt het glibberige, smerige ding
tussen z’n vuile wasgoed onder het bed.
Na het eten gaat ie die wortel zoeken en dan is ie weg. Al z’n vuile
wasgoed, terwijl ie zat te eten heeft z’n moeder het zaakje in de wasmachine gedaan.
Geen kans dat ze die wortel niet gevonden heeft, zorgvuldig in vorm gesneden met een
keukenmesje, nog glanzend van het smeer, en stinkend.
Die vriend van me, die wacht maanden onder een donderwolk tot z’n
ouders hem op het matje roepen. En dat doen ze nooit. Van z’n leven niet. Zelfs nu hij
volwassen is, hangt die onzichtbare wortel nog steeds boven elk kerstdiner, elke verjaardag.
Elke keer als ie met Pasen eieren gaat zoeken met z’n kinderen, de kleinkinderen van
z’n ouders, hangt die spookwortel boven hun hoofd.
Dat wat te erg is om te benoemen.
De Fransen hebben een term: l’esprit de l’escalier, ‘de
geest van de trap’. Dat slaat op het moment dat je het antwoord weet maar dat het te
laat is. Je bent bijvoorbeeld op een feestje en iemand beledigt je. Je moet iets zeggen. Dus
onder druk, terwijl iedereen toekijkt, zeg je iets tams. Maar op het moment dat je vertrekt...
Terwijl je de trap afloopt, dan – als bij toverslag. Dan bedenk je
precies het goeie antwoord dat je had moeten geven. De volmaakte afbrander.
Dat is ‘de geest van de trap’, als je op de trap bent en de
geest krijgt.
Het probleem is dat zelfs de Fransen geen term hebben voor de stomme dingen
die je onder druk zegt. De stomme, wanhopige dingen die je in werkelijkheid denkt of doet.
Sommige dingen die je doet zijn te erg om een naam te hebben. Te erg om er
zelfs maar over te praten.
Uit: Chuck Palahniuk, Gekweld, De Geus 2008.
Vertaling: Jos den Bekker.
U kunt dit boek bestellen bij De Nederlandse Internet Boekhandel.
|