
Flying high
In Manhattan kun je zelfs om vijf uur ’s morgens nog makkelijk iemand vinden om mee te praten als je niet kunt slapen. Er is een heel netwerk van acteurs, schrijvers, barkeepers, prostituees en drugdealers die over de hele stad in nachtcafés en nachtclubs rondhangen, wachtend op de overgang van wodka en cocaïne naar sinaasappelsap, flensjes en eitjes. Ergens in de East Village verkopen jongens met namen als Edgardo of León, coke aan kinderen die het snuiven in unisex-wc's. In een theater op Times Square haasten hoeren die Cody en Shane heten zich in taxi's en limo’s terug naar hun slaapkamers en hotelkamers voor privé-shows van honderdvijftig dollar. In een bar aan de Upper East Side zitten twee vrouwen luid te lachen – of is die ene die haar rok straktrekt een man? Een barkeeper wiens werk erop zit, een jongen van achter in de twintig met een gezonde bruine huid en blond krulhaar, geeft aan de dienstdoende barkeeper en een paar klanten een levendige beschrijving van zijn laatste groepsseks, een besloten party waar ze met zijn allen de vriendin van een van de andere jongens een beurt gaven. ‘We gingen meer dan drie uur achter elkaar over d'r heen,’ zegt hij. Hij neemt een slok tequila en grijnst. Een broodmagere vrouw van een jaar of vijfendertig, met lang kastanjebruin haar, bruine huid en glanzend roze lippenstift, gekleed in een strakke jurk en schoenen met riempjes en naaldhakken, schept op over de prof-ijshockeyer met wie ze de avond tevoren naar bed is geweest. ‘Hij is een hele bekende sporter – hij heeft me ruim een uur lang gebeft en toen neukte-ie me zoals ik nog nooit eerder geneukt ben,’ zegt ze. Nou ben ik toevallig kunsthandelaar, en dat is, zoals iemand me een keer op een vernissage in Soho vertelde, net een treetje hoger op de carrièreladder dan drugdealer, maar vannacht kan ik voor hetzelfde geld een hoer zijn. Na aardig wat lijntjes cocaïne en meer dan tien glazen wodka ben ik bezig een Kostabi voor drieduizend dollar te verkopen aan een tweederangs pornoster (hij zegt dat hij maar in een paar films heeft gespeeld). Chad is halverwege de dertig, fors en gespierd, met grote handen die zijn glas omvatten. Hoe meer coke we innemen, hoe dichter hij bij het betalen van mijn vraagprijs komt. Hij is op zijn maandelijkse bezoek aan New York, om de baan op te gaan en geld te sturen naar zijn vrouw en twee kinderen in Las Vegas. Ik zeg dat hij het schilderij al na een dag voor vijfduizend dollar kan doorverkopen, want mijn vraagprijs ligt nog onder de galerieprijs, of anders kan hij er over een tijdje mee naar Christie’s en er misschien op een veiling nog meer voor krijgen. Zo te zien is hij echt geïnteresseerd, hij neemt mijn kaartje aan. Ik stop mijn lijstje met dingen die ik nog moet doen in mijn zak en bestel voor ons tweeën een kamikaze, en ook nog een rondje voor een groepje gezichtloze mensen aan het andere eind van de bar, die zo te horen een Slavische taal spreken. Hoewel: Mike, de barkeeper, zegt dat het Turks is. Maar het wordt dan ook al bijna licht en ik ben dronken en opgefokt, dus mijn taalvermogen is niet meer je dat. Het is te laat om nog met ze over Turkije te gaan praten. Eigenlijk weet ik ook niet veel over Turkije, behalve wat de hoofdstad is. Maar ik zou echt wel met ze willen praten en deel uitmaken van hun gezelschap en met hen meedoen, al is het alleen maar om te vertellen dat ik van Ankara gehoord heb. De tijd is als het ware bevroren en ik heb het gevoel dat ik eeuwig blijf leven. Ik ben bang dat ik de hele nacht wakker zal blijven en ik kan me niet voorstellen dat ik mijn hoofd op het kussen leg. Zal ik ooit nog slapen? Ik slaap niet veel – misschien twee of drie uur per nacht, soms wel een dag of twee achter elkaar helemaal niet – dus ik dood een groot deel van de tijd met rondhangen in de binnenstad, drinken en drugs gebruiken met vrienden die ook aan slapeloosheid lijden. Ik hou van de nacht. Ik ben bang dat het buiten gauw licht wordt, dus ik neem afscheid van deze mensen en reis terug naar de Upper West Side, die even ver weg lijkt als Poughskeepsie. In de taxi leun ik achterover, met mijn hoofd in mijn nek. Ik zal mezelf dwingen een beetje te slapen en te schuilen voor het naderende licht – over een paar minuten is het er al.